Tandarts-taal

Tandarts-taal(pagina 2)

Wat betekenen woorden die de tandarts vaak gebruikt?

We doen onze uiterste best om u duidelijk uit te leggen wat er gebeurt en welke behandelingen mogelijk zijn. Toch kan het gebeuren dat we soms vervallen in jargon ofwel tandarts-taal. Begrijpt u iets niet of is het niet helemaal duidelijk? Vraag het gewoon, daar zijn we immers voor.

Facing
Met een facing kan de vorm of de kleur van een tand worden gewijzigd. Zo kan de tandarts een spleetje tussen tanden opvullen, afgebroken hoekjes repareren, verkleurde tanden weer wit maken en scheve tanden verbergen.
Een chemische stof die tanden beschermt tegen cariës. Fluoride maakt tanden en kiezen harder en beter bestand tegen zuren.
Witte vlekjes op tanden of kiezen ten gevolge van een te hoge dosering fluoride.
Een natuurlijk voorkomende groef, meestal op het kauwvlak van een kies.
Tandvlees.
Ontstoken tandvlees.
Harde laag om de kroon van een tand of kies.
Het vakgebied dat zich bezig houdt met de functies en dysfuncties van het kaak- en kauwstelsel. De tandarts-gnatholoog is een specialist op het gebied van de functie van het kaak- en kauwstelsel.
Aandoening waarbij de adem stinkt
Het vakgebied dat zich bezig houdt met de implantatie van kunstwortels ter vervanging van gebitselementen of dienend als verankering voor uitneembare protheses. De tandarts-implantoloog is specialist in het plaatsen van implantaten.
Een kunstwortel (soort schroef), die in de kaak wordt geplaatst. De meeste implantaten zijn gemaakt van titanium, een lichaamsvriendelijk materiaal waaraan bot zich gemakkelijk hecht.
Een vulling die zodanig gevormd is dat ze past in een uitsparing in de tand of kies. Een onlay is iets groter: die valt deels over de kies heen. Dit als alternatief voor een vulling of kroon.
tussen de tanden of kiezen
Het normaal gesproken boven het tandvlees uitstekende en met glazuur bedekte deel van de een tand of kies. Het woord kroon wordt vaak gebruikt voor een kunstmatige vervanging hiervan.